Berichten

Opiniestuk Marco Moling: Mkb-accountant: Waarheen, waarvoor?

De mkb-accountant (accountant-adviseur, AA) is de vertrouwensadviseur voor het mkb die zich bezighoudt met samenstel-, advies- en assurance-opdrachten, inclusief de vrijwillige controle van de jaarrekening. Een prachtig beroep, maar achter het ogenschijnlijk fijne zonnetje pakken zich donkere wolken samen. Het verdient nu tijd en aandacht om de toekomst van ons beroep veilig te stellen.

Marco Moling

Reeds in de jaren dertig van de vorige eeuw constateerde de overheid dat de problemen in het mkb van een andere aard waren dan bij het grootbedrijf.  Minder scholing, gebrekkige financiële administratie en aanbod van liquiditeit waren daarin belangrijke aandachtspunten. Dit leidde onder andere tot de oprichting van de Nederlandse Middenstandsbank (NMB) en het Economisch Instituut Midden-en Kleinbedrijf (EIM). Verdere regulering vond plaats in 1937 met de Vestigingswet Kleinbedrijf. Door de Tweede Wereldoorlog verslapte de aandacht weer, maar door de wederopbouw en industrialisatie na de oorlog werd ook de vraag naar accountants in het mkb door de overheid erkend, via de Wet op de accountants-administratieconsulent (WAA) in 1972. De oorspronkelijke AA zou vooral diensten verlenen op het gebied van administratie en advies.

Daarnaast werd de Wet op de registeraccountants aangenomen en daarmee werd de tweedeling vanuit verschillende behoeften vanuit de maatschappij (grootbedrijf versus mkb) verder gereguleerd; voor wettelijke controles moest je destijds naar een RA.

Lees meer.

Opiniestuk Marco Moling: Mkb-accountant. Hoe verder?

Mkb-accountants zijn van oudsher dé vertrouwensadviseurs van de mkb-ondernemer. In de afgelopen tijd hebben vele mkb-ondernemers ervaren hoe belangrijk het kan zijn om een goede accountant te hebben die aandacht heeft voor hun onderneming. Een mkb-accountant die ondersteunt bij de financiële bedrijfsvoering en adviseert over bijvoorbeeld corona gerelateerde maatregelen.

De wetgever vond het destijds zelfs van belang om het beroep wettelijk te beschermen. Leuk, maar in de praktijk zien we dat allerlei andere groepen “deskundigen” in het mkb vanuit overheidswege verklaringen richting derden, zoals de derdenverklaring en rapportages aan banken mogen afgeven. Feitelijk wordt de mkb-accountant op papier beschermd met extra regelgeving. Dit leidt echter niet tot bescherming maar wel tot een oneigenlijke concurrentie.

Deze onwenselijke situatie was één van de redenen om in 2014 de vereniging Novak op te richten (sinds 2020 Novaa, de beroepsvereniging voor mkb-accountants). Wij maken ons sindsdien hard voor de belangen van de mkb-accountant richting politiek en andere stakeholders.

Lees hier het hele opiniestuk.

Maken we een pas op de plaats, of gaan we blind het ravijn in?

Waar gaat het met het accountantsberoep naar toe en welke beroepsorganisatie past daar het beste bij? Marco Moling schetst drie perspectieven.

Marco Moling

Ondanks alle ellende van corona vierden accountants dit jaar een verjaardagsfeestje. De vlaggen gingen uit omdat 125 jaar geleden het Nederlandsch Instituut van Accountants (NIvA) werd opgericht, de oermoeder van alle beroepsorganisaties voor accountants die er later zouden komen. Het was het logische vervolg op de winkel die Barend Moret in 1883 opende, het Bureel van Boekhouding ‘Confidentia’, die zich bezighield met boekhouden, administratieve ondersteuning, advieswerk en een beetje controle. Iets wat je in deze tijd de advies- en samenstelpraktijk van een mkb-accountant zou noemen.

Een deel van de accountants treedt nog steeds in de voetsporen van Moret, terwijl anderen zich hebben gespecialiseerd tot exclusieve controleurs van grote (oob-)ondernemingen. Die tweede groep is grotendeels werkzaam binnen de grotere kantoren en is het boegbeeld van de sector geworden, al zou Barend Moret zich vermoedelijk beter thuis voelen bij de mkb-accountants van deze tijd. Ook de beroepsorganisatie leunt zwaar op hun profiel.

De kloof tussen de controlerend accountant en zijn collega van het mkb groeit met de dag, maar de inrichting van de beroepsorganisatie scheert alle accountants nog steeds over dezelfde kam. De verschillen binnen de beroepsgroep dreigen met de nieuwe governance voorstellen van de NBA alleen nog maar verder uit beeld te raken. Dat leidt tot een futloze beroepsorganisatie, waarin verschillen worden weggemasseerd, de grote kantoren nog meer de boventoon gaan voeren en de reëel bestaande diversiteit binnen de beroepsorganisatie geen enkele vertaling krijgt in beslissingsmacht, beleidsruimte, budgettaire kaders en personele ondersteuning.

Na 125 jaar ‘geïnstitutionaliseerd’ accountantsberoep is het tijd om de balans op te maken. Waar gaat het met het beroep naar toe en welke beroepsorganisatie past daar het beste bij, wanneer we anno 2020 met een blanco vel zouden beginnen? Waar zijn de beroepsgroep, onze klanten en het maatschappelijk verkeer het meest bij gebaat?

Wat ons betreft zijn er drie perspectieven:

  1. We gaan uit van een strikte en beperkte visie op het accountantsberoep: de externe accountant die in het kader van de wettelijke controleplicht (oob en andere controleplichtige ondernemingen) een wettelijk monopolie heeft en daarom wettelijke bescherming van zijn beroepstitel krijgt. Daar past een beroepsorganisatie bij die de status heeft van een PBO – met de ontwikkeling van bindende beroepsregels als primaire opdracht – en waarin extern georganiseerd toezicht door de AFM plaatsvindt. Dit is een hele coherente groep met een duidelijk en eigen beroepsprofiel, die opereert binnen strakke wettelijke kaders en die aansluit bij de politieke en maatschappelijke discussies over ‘de accountant’. De NBA wordt in het maatschappelijk verkeer al jaren gezien als dé belangenbehartiger van dit deel van de accountants en handelt daar ook zelf naar. Wanneer we de adressenbak op dit profiel doorlichten, kom je uit op ongeveer tien procent van het totale ledenbestand. Alleen met die leden verder gaan zou natuurlijk een forse aderlating betekenen voor de NBA. Maar door kleur te bekennen, wordt de NBA wel een eerlijker gesprekspartner van de politiek en het maatschappelijk verkeer. De mkb-accountant zou in dit model een eigen club kunnen oprichten, bijvoorbeeld door een belangenbehartiger zoals Novaa door te ontwikkelen, en niet langer verplicht lid zijn van de NBA. Zij staan dan voor de uitdaging om voor hun maatschappelijke belang voor het mkb een eigen (wettelijke) titel te verwerven. Wat opgeleide accountants buiten de openbare praktijk doen, moeten ze vooral zelf weten.
  2. Of we gaan verder op het ‘hoe meer vrienden, hoe meer vreugd’-principe dat nu voor de NBA leidend is. We houden het vooral gezellig en experimenteren vrolijk met allerlei werkvormen om een dynamische en eigentijdse beroepsorganisatie in te richten, waarin iedereen aan zijn trekken komt. Zo lang het duurt, genieten we van de wettelijke bescherming van onze beroepstitel en doen gewichtig over onze zelfregulering, al weten we natuurlijk best dat dit al lang buiten de sector is neergelegd. Om de kas te blijven vullen kan er natuurlijk niet aan het verplichte lidmaatschap worden getornd voor iedereen die zichzelf accountant wil noemen (al weten we natuurlijk ook best dat het merendeel van de leden niet meer doet dan ieder jaar zuchtend de contributie overmaken). Dat binnen dit mega-NBA de grote kantoren de dienst uitmaken, nemen we voor lief. Goed idee? Stem dan vooral in met de governanceplannen van het NBA-bestuur!
  3. Of we keren terug naar de oorspronkelijke uitgangspunten van de fusie van NIVRA en NOvAA, zoals deze tien jaar geleden door de politiek herhaaldelijk zijn vastgelegd en waarbij nadrukkelijk werd aangedrongen om de positie van de mkb-accountant veilig te stellen. Daaruit volgt de constatering dat deze principes in de praktijk volledig uit beeld zijn verdwenen. De bestaande governance kan best overeind blijven, mits het principe van ‘eenheid in verscheidenheid’ steviger wordt verankerd. Daarvoor biedt het federatieve model het meeste houvast. NBA-bestuurders hebben zich steeds tegen deze benadering verzet en komen ook nu weer met bezwaren. Het meest hilarische argument is dat hierdoor het ‘one man, one vote’-principe zou worden uitgehold en – waarschuwing! – de stem van de mkb-accountant dan minder gewicht in de schaal zou leggen. Iedereen die gevolgd heeft hoe de huidige NBA-voorzitter aan zijn kroontje is gekomen, met busladingen binnengesmokkelde jonge accountants van Deloitte en EY, ieder met een stapel volmachten onder de arm, zal moeite hebben om het droog te houden dat dit NBA-bestuur juist veel waarde toedicht aan het behoud van de stemkracht van de mkb-accountant. Een federatief model biedt, we hebben het al vaker geschreven, boter bij de vis en zorgt voor de juiste checks & balances.

De NBA is (nog) een democratische beroepsorganisatie, waarin ieder lid telt. Die papieren werkelijkheid staat haaks op de praktijk waarin veel leden het wel geloven en hun stemrecht ongebruikt laten. We hebben het er mee te doen.

Wij begrijpen best dat menigeen wat moe(deloos) wordt van de aanhoudende oppositie die Novak en nu Novaa voert tegen het voortdurend buiten spel zetten van de mkb-accountant. Toch hopen wij dat bij de komende ledenvergadering een duidelijk signaal klinkt. Met een nee tegen de governanceplannen van het bestuur trekken we aan de rem. Wanneer de meerderheid van de leden ons daarin volgt, komt er eindelijk een einde aan dit heilloze traject.

Opinie: Kennelijk zijn bij accountant.nl de luiken naar beneden gedaan

De website accountant.nl biedt een prachtig platform voor opinie en dialoog binnen de accountancysector. De redactie zegt journalistiek en onafhankelijk te willen opereren, al blijft het natuurlijk wel een website van de NBA. Ook wij leveren regelmatig en graag een bijdrage aan het debat op deze site. We schuwen daarbij een kritische toon niet, ook als het gaat om de beroepsorganisatie. Inmiddels lijkt er een nieuwe wind bij de NBA te waaien. Kort na elkaar werden twee van onze bijdragen geweigerd, tot onze stomme verbazing.

Lees meer